De Nederlandse Warrior Cats Fanfiction wiki
Advertisement

Dit is het vervolg op Overleven.


9

Dit is de kaft van Halve Maan

Door Dassenpels.

"Luister; blijf geloven, wat er ook met Lijstervacht gebeurd, het lot beslist, we weten niks."

"Sprankel zal de clan redden."


Vlekster, de gemene leider van de Heideclan is gedood door Naja in een gevecht. Enkele stamkatten zijn meegekomen met de clankatten naar het woud. De Woudclan verwelkomt vele kittens en zelfs een nieuwe krijger. Maar Dassenpels staat iets ergs te wachten, zal ze Lijstervacht ooit terugzien? En hoe zit het met haar kittens?

--Dassenpels (overleg) 26 nov 2017 12:48 (UTC)

Personagelijst[]

Binnenkort!


Hoofdstuk 1[]

Dassenpoot was in de sneeuw aan het ploeteren. Plotseling zag ze een gigantisch dier. Ze riep: "Naja!" Het dier keek naar haar. "Ben jij Naja?": vroeg Dassenpoot. Dassenpoot probeerde niet te beven. "Ja", antwoordde Naja. "Wie ben jij?": vroeg ze. "Ik ben Dassenpoot." Naja had een dikke grijze vacht, met zwarte vlekken. "Hoe wist je mijn naam?": vroeg Naja. "Ik ben familie van Stralendgloed.": antwoordde Dassenpoot. "Jij bent het! Kom mee!": riep Naja. Naja rende met grote sprongen weg. Ze keek eens achterom en besefte dat Dassenpoot niet zo snel kon stappen. Ze bukte en Dassenpoot sprong op haar rug. Ze was zacht. Ze moest zich stevig vasthouden. Ze stopte. "Haal broer en zussen!": commandeerde ze Dassenpoot. Dassenpoot ging hen gaan halen in het kamp van de stam. Ze kwamen naar buiten. Spikkelpoot moest veel moeite doen. Hertenpoots mond viel open van verbazing. "Ik Naja." "Je bent zo groot!": riep Uilenpoot. "Ik ga binnen in kamp.": zei Naja. Naja ging naar binnen. Wit keek verbaast. Ze ontspande zich. "Naja": riep ze.! "Ik boodschap van Stam der Eeuwige Sneeuw gekregen; katten mee met clankatten naar Woudclan. Ik met hun mee maar blijf niet daar.": zei Naja. Wit knikte bedroefd. "Ik heb de boodschap ook gekregen." : zei Wit. Ik ga! Vogel klonk zelfverzekerd. "Dan wij ook!" ,riepen: Rots, Sneeuw, Vlok, Dwarrel, Val, Mos en Otter! Mos was de oudste dochter van Vogel. "Niet zo snel! Dan ga ik ook!": riep Wolk, de partner van Mos. Wit knikte. "Ik wist dat jullie negen zouden gaan. Vaarwel.": zei Wit. De Stamkatten zeiden gedag en vertrokken toen. Naja liep met hen mee. Spikkelpoot werd ondersteund door Wolk en Sneeuw. Dassenpoot ging Sprankel missen. Ze hoopte dat ze snel thuis waren. Spikkelpoot moest bijna bevallen! Na een paar dagen kwamen ze aan bij de Kiezelrivier. Het was bijna nacht dus ze gingen slapen. Plotseling bewoog Vogel zich naast Dassenpoot. Ze zag dat Spikkelpoot zat te hijgen. Ze moest nu bevallen! Naja had het ook gehoord. Ze liep weg en kam even later terug met kruiden. Ze legde ze voor Spikkelpoot. Ze at ze op. De eerste kitten was er. Een poesje! En het tweede was een katertje! "Welke naam geef je ze?": vroeg Dassenpoot. "Hagelkit voor het poesje en Ribbelkit voor het katertje.": antwoordde Spikkelpoot. "Mooie namen!": riep Otter. "Was Schaduwpoot hier maar.": verzuchtte Spikkelpoot. De kittens begonnen te drinken en de andere katten gingen weer slapen. Mos was ook zwanger, maar haar kittens kwamen pas over een halve maan. Twee dagen geleden was Spikkelpoot bevallen. De kittens hadden niet opgehouden met piepen. Ze speelden altijd op de rug van Naja. Hagelkit was wel eens in de Kiezelrivier gevallen maar ze trok er zich niks van aan. Ze stonden nu aan de rand van Zonneterritorium. "Kom mee!": riep Dassenpoot. Ze kwamen bij De Vier Piekenstromen aan. Ze hoorden gekrijs en ze versnelden hun tempo. Ze roken Woud- en Heideclan. Hertenpoot raakte in paniek. Dassenpoot wist waarom. Ze stortten zich in het gevecht. Kiezelpels keek blij. Eendpels keek ook blij. Maar Vlekster keek woedend. Hertenpoot vocht tegen een gigantische Heideclankrijger. Hij sloeg haar weg en ze belande tegen een rotsblok. Ze bloedde hevig. Hij stapte op haar af en tilde zijn poot op om haar te doden. "Vaarwel.": siste hij. Eendpels sprong voor haar." Wat doe je nu, jij schurftige haarbal!": riep de krijger. "Ik verdedig mijn partner!": riep hij uit. "Ik ben nu een Woudclankat!": riep Eendpels uit. Eendpels haalde uit naar de krijger. Hij pakte hem bij zijn nekvel en gooide hem weg. Schaduwpoot vocht ook mee. Wolk en Mos hadden Ribbelkit en Hagelkit vast. Vogel had een krijger weggejaagd. Vlok en Dwarrel vochten zij aan zij. Eendpels keek naar Hertenpoot. Ze keek met een blik vol liefde naar hem. Ze kon niet meer vechten. Eendpels bleef voor Hertenpoot staan en vocht tegen de krijgers die bij haar wilden komen. Muisster trippelde snel naar hem toe en mauwde: "Welkom Eendpels". Hij knikte. Hertenpoot snapte het niet. Zij was de leider toch niet. Dassenpoot keek in het rond. Ze zag een bekende vacht. Lijstervacht! Ze rende naar hem toe en hielp hem. Hij keek opgelucht naar haar. Plotseling viel het gevecht stil. "Jij schurftige hoop vacht.": siste Vlekster tegen Naja. "Wat zei je?": vroeg Naja dreigend. "Jij ben Vlekster hè?": vroeg Naja. "Ja, muizenbrein!": snauwde Vlekster. "De Sterrenclan heeft gevraagd om je te doden en dat ga ik nu ook doen!": riep Naja. Naja pakte Vlekster bij haar nekvel, gooide haar de lucht in, liet haar op de grond vallen, schepte haar weer op en gooide haar toen tegen een boom. "Bedankt!": riepen enkele Heideclankatten. Naja! Naja! Vlekster was dood. Schaduwpoot kwam bij Dassenpoot staan en vroeg: "Is Spikkelpoot ongedeerd?" "Ja.": antwoordde ze. "En ze heeft nog een verrassing." Schaduwpoot ging naar Spikkelpoot. "Gefeliciteerd!": riep Spikkelpoot. "Je bent vader!": vervolgde ze. " Waar zijn de kits?": vroeg hij geschokt. "Daar!": antwoordde Spikkelpoot. "Hagelkit en Ribbelkit, een poesje en een katertje.": zei Mos. Schaduwpoot keek trots.

Hoofdstuk 2[]

"Dan zijn jullie vanaf vandaag Woudclankatten!": zei Muisster. Ze had de stamkatten verwelkomt. Ze kregen allemaal een mentor voor de vecht- en jachttechnieken. Sneeuw werd de volgende medicijnkat. Madeliefsnuif leidde haar op. Eendpels was nu ook een Woudclankat. Hij was mentor van Otter. Vosstaart van Val, Mixpels van Rots, Wezelstaart van Vlok, Jeneverbes van Dwarrel, IJspegel van Vogel en Muisster van Wolk, Mos had nu geen mentor want ze verbleef in de kraamkamer. Haar kits kwamen nu bijna. De katten begonnen weg te trippelen. "How!": riep Muisster. "Ik ben nog niet klaar!": zei Muisster snorrend. De katten keken verbaast. Ze wenkte Dassenpoot. "Dassenpoot, jij hebt veel moed getoond en je hebt goed gevochten. Daarom krijg je je krijgersnaam. Dassenpoot, zweer je dat je je leven zou geven voor je clan?": zei Muisster. "Dat zweer ik!!!": riep Dassenpoot. "Dan zal je vanaf vandaag bekend staan als Dassenpels!": riep Muisster. "Hertenpoot, jij hebt veel moed getoond en je hebt hard getraind. Daarom krijg je je krijgersnaam. Hertenpoot, zweer je dat je je leven zou geven voor je clan?": zei Muisster. "Dat zweer ik!": riep Hertenpoot. "Dan zal je vanaf vandaag bekend staan als Hertenstroom!": riep Muisster. "Uilenpoot, jij hebt veel kracht getoond en je hebt goed gevochten. Daarom krijg je je krijgersnaam. Uilenpoot, zweer je dat je je leven zou geven voor je clan?": zei Muisster. "Dat zweer ik!!": riep Uilenpoot. "Dan zal je vanaf vandaag bekend staan als Uilensap!": riep Muisster. "Spikkelpoot, jij hebt veel moed getoond en je hebt goed gevochten. Daarom krijg je je krijgersnaam. Spikkelpoot, zweer je dat je je leven zou geven voor je clan?": zei Muisster. "Dat zweer ik!!": riep Spikkelpoot. "Dan zal je vanaf vandaag bekend staan als Spikkelhart!": riep Muisster. "Dassenpels! Uilensap! Hertenstroom! Spikkelhart!": riep de clan in koor. De takken van de kraamkamer ritselden en Schaduwpoot schrok op van Hagelkit en Ribbelkit die eruit stormden. Hagelkit en Ribbelkit renden op hun moeder af. De kraamkamer begon vol te geraken. Spikkelhart en Mos waren er al, maar Renrijp moet ook nog komen. Jeneverbes kon het niet verdragen dat Eendpels er was maar de andere katten vonden het niet erg.

"Ik heb nog een ceremonie te doen!": riep Muisster ongeduldig. "Donkerstreep! Je hebt me gevraagd om je bij de oudsten te mogen voegen. Weet je het zeker?": zei Muisster. "Ja.": zei Donkerstreep. Madeliefsnuif en Karamelsnor keken blij omdat ze een nieuw holgenootje kregen. "We zullen nooit vergeten wat je voor de clan hebt gedaan Donkerstreep. Ik, Muisster, leider van de Woudclan, doe een beroep op mijn krijgervoorvaderen, deze krijger wil zich bij de oudsten voegen. Hoor mijn keuze en keur hem goed. Donkerstreep, van nu af aan zal jij in het oudstenhol slapen.": verklaarde Muisster. "Donkerstreep! Donkerstreep!": riep de clan. Ze zwaaide met haar staart te teken dat de vergadering afgelopen was.

Hoofdstuk 3[]

Uilensap en zijn zussen waren nu al een maand krijger. Dassenpels keek slaperig om zich heen. Hertenstroom stond naast Eendpels. Hun staarten zaten om elkaar. Mos was bevallen van vier gezonde kittens. Drie katertjes en één poesje. De clan was verbaast toen ze de namen hoorden. Vlinderkit, Brieskit, Krekelkit en Reigerkit. Iedereen had stamnamen verwacht. Het antwoord dat Mos had gegeven was: " Wij zijn dan wel stamkatten geweest en hebben hun bloed, maar we hebben voor de Woudclan gekozen dus krijgen onze kittens clannamen, je bloed bepaalt niet wie je bent of waar je moet wonen." "Ze zijn hetzelfde als iedere andere kitten hier want ze zijn nooit in de stam geweest en hebben nooit hun technieken geleerd.": zei Wolk verdedigend. Renrijp is de moeder van Jeneverbes jongen: Braamkit, Saliekit, Vlierkit, Mistkit, Keikit en Windkit. Drie poesjes en drie katertjes. Hertenstroom en Eendpels keken blij en Dassenpels stapte op hen af. "Ik verwacht kittens!": riep Hertenstroom. Dassenpels was blij voor haar maar niet blij vanbinnen. Er klopte iets niet. Ze stapte naar Madeliefsnuif. Ze was nu tijdelijk een beetje medicijnkat totdat Sneeuw het geleerd had. Ze ging naar binnen in het oudstenhol. Donkerstreep begroete haar. Sneeuwpoot was bezig met muizengal aan te brengen. Hij keek blij naar haar. Ze zag Madeliefsnuif. Ze wenkte de oudste om haar naar buiten te volgen. Madeliefsnuif stond op en trippelde achter Dassenpels aan. "Wat is er hommeltje?" Madeliefsnuif was de moeder van Kiezelpels en noemde haar altijd hommeltje. "Ik voel me raar vanbinnen.": mauwde Dassenpels. "Ga liggen.": mauwde Madeliefsnuif. Ze tilde haar poot op en legde die op de buik van Dassenpels. "Hommeltje, je krijgt kits!": zei Madeliefsnuif. "Wat?!": riep Dassenpels ongelovig. "Zeg het maar tegen Lijstervacht, hommeltje.": zei Madeliefsnuif blij. Dassenpels trippelde naar het krijgershol. "Lijstervacht?" Ze duwde hem wakker met haar snuit. Hij lichtte zijn kop op. "Wat is er?": vroeg hij. "Kom mee.": zei ze. Hij trippelde met haar mee. Ze trippelden het bos in. "Leuk toch hè, zoveel nieuw leven in de kraamkamer.": zei Dassenpels verlangend. "Ja.": zei Lijstervacht zuchtend. "Zou jij geen kits willen?": vroeg Dassenpels. "Ja, dat zou ik wel willen, zeker als ze even mooi zij als hun moeder.": zei hij. Ze stond stil en verstrengelde haar staart met die van haar partner. "Ik verwacht kittens!": zei Dassenpels. Lijstervachts mond viel open. Ze gingen terug naar het kamp. Lijstervacht liep met zijn kin omhoog en zijn staart in de lucht het kamp binnen. "Het ruikt hier naar kittens.": zei Mixpels. Ribbelkit kwam aanlopen. "Kittens!?": piepte hij. " Dan kunnen we met ze spelen.": mauwde Hagelkit, die ook opgedoken was. Mixpels lachte. "Kittens.": verzuchtte hij.

Hoofdstuk 4[]

De clan keek naar Dassenpels. "Jeneverbes, jij breid de kraamkamer uit!": riep Muisster. "En Kiezelpels, regel twee jachtpatrouilles!": zei Muisster. "IJskristal en Uilensap, jullie leiden allebei een patrouille.": zei Kiezelpels. Ze knikten en stapten weg met hun patrouille. Dassenpels was in het bos aan het wandelen. Plotseling zag ze een grijze vacht. "Papa?": vroeg ze. De kater kwam tevoorschijn. Het was Spinstaart! "Spinstaart!": snorde ze. Hij keek droevig. "Luister; blijf geloven, wat er ook met Lijstervacht gebeurd, het lot beslist, we weten niks.": zei Spinstaart. Ze keek hem verbaast aan. "Onthoud dat ik er altijd voor je zal zijn.": zei hij. Hij keek raar naar haar. "Veel succes met je kitten.": zei Spinstaart. Kitten? Dassenpels werd wakker. Kitten? Krijg ik maar één kitten? Of zal de rest sterven? Ze had de gehele terugweg zitten piekeren over dat Spinstaart zei: Kitten. Hertenstroom begroette haar. Lijstervacht en Eendpels zijn beste vrienden, dacht ze opgelucht. Lijstervacht kwam bij haar staan met een lijster. Ze snorde. Hij begreep het en sloeg speels met zij staart tegen haar oren. Ze wou net op hem springen maar Ribbelkit en Hagelkit sprongen op zijn staart en hij krijste het uit van schrik. Ze snorde: "Nog twee aan mijn kant." Hagelkit en Ribbelkit sprongen op zijn rug. Ze zagen hun vader binnenkomen en lieten zichzelf in de sluiphouding zakken. Toen hij uit de doorntunnel was raceten ze op hem af. Hij verloor zijn evenwicht en viel neer. Toen hij door had dat het zijn kits waren begon hij speels te slaan. Sneeuwpoot keek verlangend naar Schaduwpoot en toen naar Dassenpels. Wat wilde hij van haar?

Sneeuwpoot keek verlangend naar Schaduwpoot en zijn kits. Toen keek hij naar Dassenpels, de poes van wie hij hield. Hij as boos op zichzelf omdat hij haar niet had. Ze had kittens met Lijstervacht, hij had zijn kans verkeken. Toch hield hij nog van haar. Dassenpels stapte op hem af. "Wat staar je nou?": vroeg ze. "Niks!": snauwde hij. Toen ze terugdeinsde besefte hij dat hij te scherp had gereageerd. "Het spijt me.": stotterde hij. Ze zwiepte met haar staart. Ze likte hem tussen de oren. Hij dacht dat hij ging flauw vallen.

Hoofdstuk 5[]

Het was zover! Dassenpels was aan het bevallen! Lijstervacht zat naast haar, Eendpels zat ook bij haar. Madeliefsnuif gaf haar kruiden. "Het is een poesje.": mauwde ze. "Hoe gaan we het noem?": vroeg Dassenpels aan Lijstervacht. "Ze heeft jouw vacht maar mijn strepen zijn erin vermengt.": zei Dassenpels "Wacht!": zei een stem. Dassenpels keek omzich heen en zag toen Bladster. "Ze zal mooie blauwe sprankelende oogjes krijgen." En zo snel als Bladster was verschenen, was ze verdwenen. "Ik weet het!": riep Dassenpels. "Sprankelkit!" "Hoe kom je daarbij?": vroeg Madeliefsnuif. Ik dacht aan Stralendgloed. Het was daar ook van afgeleid maar meer van wat Bladster zei. "Prachtig!": riepen Lijstervacht, Eendpels en Hertenstroom. Het kleine poesje begon meteen te drinken. Nu wist ze wat Spinstaart bedoelde met Kitten. Maar wat hij had gezegd van Lijstervacht baarde haar wel zorgen. Ze wilde hem niet kwijt. Hagelkit keek nieuwsgierig naar Sprankelkit. De andere moederkatten kwamen ook kijken. Muisster, Dassenpels haar beste vriendin samen met IJskristal, kam de kraamkamer binnetrippelen. "Hoeveel zijn het er?": vroeg ze. "Het is er één.": antwoordde Dassenpels. "Hoe heet ze?": vroeg Muisster. "Sprankelkit.": zei Eendpels. "Sprankel zal de clan redden.": zei Muisster. "Wat!?": riep Dassenpels. "Sprankel zal de clan redden.": herhaalde Muisster. Ze begreep het half. Maar wat ze zeker wist, was dat Sprankelkit er iets mee te maken had. Hertenstroom was aan het bevallen. Eendpels schoot bij Dassenpels vandaan. Hij knielde neer naast zijn partner. "Als er één kat werpt moet de tweede ook werpen.": verzuchtte Madeliefsnuif. Ze ging naar Hertenstroom. Ze riep Sneeuw en liet haar kruiden halen. Ze kwam een tijdje later terug. Ze leek bezorgd. "We hebben geen Spinrag!": riep ze, met een blik op Lynxbes, die ook in de kraamkamer was ingetrokken, in verwachting van Uilensaps jongen. Dassenpels besefte dat haar broer en haar zussen hun kittens hier waren, sommigen nog in de buik maar wel aanwezig, hier in de kraamkamer lag; Hertenstroom, Lynxbes en Spikkelhart. De kittens waren geboren. Kikkerkit, Notenkit, Grassekit, Appelkit en Bloesemkit. "Goed gedaan zus!": riep Spikkelhart naar Hertenstroom. "Nog meer speelvriendjes!": juichte Ribbelkit. " Ik wil spelen!": zei Vlierkit en hij sprong op Ribbelkit. Ribbelkit slaakte verrast een kreet, Vlierkit had waarschijnlijk net zijn ogen geopend. Hagelkit werd verrast door Braamkit. Windkit, Keikit en Saliekit deden ook mee. Mistkit had haar oogjes nog niet geopend. Haar moeder stootte haar aan. "Ga maar spelen Mistkit, ik blijf hier wel.": zei Renrijp. Mistkit was nogal onzeker en vertrouwde weinig dingen, de enige dingen die ze vertrouwde waren haar moeder, vader en haar broers en zussen. Ze opende haar ogen. Ze ging naar Dassenpels. "Hoe heet ze?" "Sprankelkit.": zei Dassenpels. "Mooie naam.": zei Mistkit. "Mag ik over een paar manen met haar spelen?": vroeg ze onzeker. "Tuurlijk!": zei Dassenpels. Je bent pas een maan en zij is pasgeboren. Er zit maar een maan tussen. Jullie zullen samen kitten zijn, leerling, krijger en misschien ook samen moederkat maar dat hangt van jullie af. Mistkit ging zitten. "Wil je me iets vertellen over Vlekster?": vroeg ze. "Dat vraag je beter aan Eendpels.": antwoordde ze. Ze duwde de kitten naar de krijger. Hij keek naar haar. "Wat is er Mistkit?": vroeg hij vriendelijk en opgewekt. "Ik wil een verhaaltje van de Heideclan.": zei ze. "Dus.": begon hij. "Vlekster was de gemene leider van de Heideclan, ik was verliefd op Hertenstroom toen, ik was vroeger een Heideclankat, ik ben veranderd zodat ik bij Hertenstroom kon zijn, ik ben de zoon van de commandant Taanvlek die nu leider is en Taanster is, mijn moeder, Taanster, heeft veel moeite moeten doen om me te laten gaan maar ze wist dat ik van Hertenstroom hield, ze zou me nooit dwingen om Hertenstroom op te geven want ze is zelf haar partner kwijtgeraakt door een monster.": vertelde Eendpels die ondertussen ook was gaan zitten. Mistkit keek met grote oogjes naar hem op. "Jij bent mijn favoriete krijger, hopelijk wordt je mij mentor!": riep ze uit. De kittens van Spikkelhart waren nog steeds aan het worstelen om los te geraken van de kleinere kittens van Renrijp.

Hoofdstuk 6[]

"Hagelpoot! Ribbelpoot! Hagelpoot! Ribbelpoot!": riep de clan in koor. Hagelkit en Ribbelkit zijn nu leerlingen! Hagelkit heeft als mentor Klauwbes en Ribbelpoot heeft Kiezelpels als mentor. Mistkit werd over drie manen leerling samen met haar nestgenootjes en de kittens van Mos en een maan daarna de kittens van Hertenstroom en Dassenpels en binnen vijf maan die van Lynxbes. Straks hebben ze nog te weinig krijgers! De kittens van Mos trokken zich er niks van aan dat ze geen Woudclanbloed hebben. Jeneverbes was nog een beetje tegendraads tegen Eendpels maar hij begon hem erbij neer te leggen.

Sneeuwpoot wou alleen maar bij Dassenpels zijn en hij wou zijn moeder. Scheurblad kwam vaak bij hem maar het was niet hetzelfde. Zijn jongere halfzus Muisster, was al leider en hij was nog niet eens en krijger! Ze had dezelfde vader. Ze konden goed met elkaar overweg. Ze gingen vaak met elkaar jagen. Sneeuwpopjes begreep niet wat Dassnpels zag in Lijstervacht; hij was dan wel lief maar lang niet zo stoer en moedig als mij. Nee! Dat kon hij niet doen. Hij kon hun niet elkaar halen. Hij schrok op van Muisster die hem wenkte. "Jachtpatrouille?": vroeg Muisster. "Tuurlijk": snorde hij. Hijsen even niet n Dassenpels en Lijstervacht denken. Hij wist het! Misschien moest hij het haar gewoon vertellen. Hij trippelde achter Muisster aan. "Naar gaan we?": vroeg hij. "Loofbomen": antwoordde Muisster. Ze kwamen aan bij de loofbomen. Sneeuwpopjes ving een spitsmuis en Muisster twee muizen en een vink. Sneeuwpopjes trippelde naar de kraamkamer. "Dassenpels?": vroeg hij zenuwachtig. "Ja, Sneeuwpoot": vroeg ze. "Ik moet je iets bekennen.": zei hij.

Hoofdstuk 7[]

"Wat!? Hoe durf je! Ik heb een kitten met Lijstervacht!": riep Dassenpels. "Sorry Dassenpels..! Ik... ik bedoelde het niet zo. Ik wou het alleen maar zeggen!": riep hij uit. Dassenpels begon te kalmeren. "Oké, ik begrijp. Maar je begrijpt toch dat ik met Lijstervacht ben?": zei ze zuchtend. "Ja." "Het verklaart wel veel, zoals het staren en het altijd bij mij zijn.": grapte ze. Hij knikte. Lijstervacht kwam binnen en Sneeuwpoot stapte het hol uit. Lijstervacht keek vragend en Dassenpels legde het uit. Lijstervacht keek geschokt. "Wat is er?": vroeg Dassenpels. "Niks hoor.": antwoordde hij snel.

Sneeuwpoot was blij dat Dassenpels het eindelijk wist. Sneeuwpoot ging bij Schaduwpoot zitten. "Wat is er?": vroeg Sneeuwpoot. "We worden vandaag kri.." Schaduwpoot onderbrak zichzelf, Sneeuwpoot mocht nog niet weten dat ze krijgers werden maar hij had het verpest. "Sorry!" Schaduwpoot voelde zich slecht. "Is niet erg hoor!": zei Sneeuwpoot blij. Muisster begon en wenkte hen. "Ik, Muisster, leider van de Woudclan, doe een beroep op mijn krijgervoorvaderen om op deze twee leerlingen neer te kijken, ze hebben hard getraind, ze hebben allebei lang moeten wachten maar nu is hun tijd gekomen, Schaduwpoot, jij zal vanaf nu bekent staan als Schaduwvacht, de Sterrenclan eert je moed en je wijsheid, Sneeuwpoot, jij zal vanaf nu bekend staanals Sneeuwblad, je mist je moeder en daarom krijg je de naam Sneeuwblad, je bent wijs en geduldig, welkom in de Woudclan!": zei Muisster blij. "Sneeuwblad! Schaduwvacht! Sneeuwblad! Schaduwvacht!": riep iedereen in koor. Sneeuwblad keek naar Dassenpels. Sprankelkit keek naar hem met haar grote blauwe ogen. Hij moest zijn best doen om niet achteruit te schuiven.

Hoofdstuk 8[]

De kittens van Mos zijn nu ook al leerlingen. Dassenpels schrok wakker. Ze hoorde katten maar niet Woudclan maar WATERCLAN! Ze schreeuwde het uit. Ze hoorde gegrauw en gesis. Renrijp werd ook wakker. Lynxbes die een maan geleden bevallen was, keek angstig naar haar kittens: Linde, Knor- en Jaagkit. Ze hoorde geritsel. Ze sprong overeind en sprong op de kat. Ze besefte plotseling dat het Lijstervacht was. Hij snorde: "Zelfs bij mijn eigen partner ben ik niet meer veilig." Ze rook dat Sneeuwblad ook voor de kraamkamer stond. Hagelpoot vocht tegen een kleine poes. De poes gaf zich over en rende bloedend weg. Muisster was ook verschenen. "Stop! Wat geeft jullie het recht ons aan te vallen?" De Waterclankatten bleven gewoon door vechten. Muisster merkte op dat de Medicijnkat, d leider en zelfs hun commandant hier niet was. Plotseling kwam Schildpadster binnen. "Wat doen jullie hier verraders?!": riep ze kwaad. "Wat gebeurt er?": vroeg Muisster. "Ik zal het uitleggen: "Dus, die krijgers hier gingen op patrouilles, ik vond het al zo raar dat er zoveel patrouilles waren, ze lokten ons in de val en die schurftige zwerfkatten vielen ons aan en ondertussen vielen zij hier jullie aan.": mauwde Schildpadster."Het spijt me Muisster, ik wist dit echt niet": prevelde Schildpadster. "Gaan we naar huis?": vroeg een leerling van de Waterclan. "Jij wel, maar alle krijgers van de Waterclan die mee hebben gevochten vliegen eruit.":riep Schildpadster woedend. De krijgers keken verdrietig en schuldig. "Maar...": mauwde een krijger. "Enkelen geef ik nog een kans, maar de oudere krijgersvliegen er sowieso uit, ze zijn volledig mijn vertrouwen kwijt, ik zit ze willen inruilen voor een muizenbotje.": Schildpadster klonk als een vulkaan die uitbarst. Hun Medicijnkat kwam tevoorschijn. "Hier, deze zijn voor jullie, dan kunnen jullie zeker je gewonden behandelen, jullie hebben er weinig van in jullie territorium maar wij hebben veel dus... als geschenk.": zei de Medicijnkat. "Maar jij muizenbrein, dat kan je toch niet doen!": riep een Waterclankrijger. "Ik luister niet meer naar jou!": riep ze sissend.

Hoofdstuk 9[]

Lijstervacht was ernstig gewond. Dassenpoot ging snel naar hem toe. "Gaat het?": vroeg ze bezorgd. "Ja hoor.": antwoordde hij. Muisster kwam aanstrompelen met een buikwond. Ze bloedde een beetje. "Behandel eerst Lijstervacht."; beval ze Sneeuw, die nu de medicijnkat was. De andere stamkatten zijn nu krijgers. De kittens van Mos weten het maar ze trekken zich niks aan van dat ze anders zijn. Vlinderpoot kon het goed vinden met Ribbelpoot en Reigerpoot goed met Hagelpoot. Het was overduidelijk. Hagelpoot en Ribbelpoot vonden het ook niet erg dat als ze ooit kittens met die katten zouden krijgen dat ze halfstam en halfclan gingen zijn. Muisster trippelde uit het medicijnhol en riep alle katten voor een vergadering. Ze stapten moe en bloedend naar hun leider. "Hagelpoot en Ribbelpoot, jullie hebben veel moed getoond en daarom worden jullie vanavond krijgers. Ik, Muisster, leider van de Woudclan, doe een beroep op mijn krijgervoorvaderen om op deze leerlingen neer te kijken. Hagelpoot vanaf nu zal je bekent staan als Hagelstorm vanwege je moed. Ribbelpoot vanaf vandaag zal jij bekend staan als Ribbelsnor, je bent lief en dapper.": zei Muisster. "Ribbelsnor! Hagelstorm! Ribbelsnor! Hagelstorm!": riep de clan en Spikkelhart, Schaduwvacht, Vlinderpoot en Reigerpoot renden op hen af.


Sprankelkit sprong overeind. Ze racete naar het hol van Sneeuw. "Sneeuw?!": riep ze dringend. "Ja?": vroeg de lieve medicijnkat. "Ik heb een boodschap van de Sterrenclan gehad: Mistpoot gaat in de kloof vallen!": zei Sprankelkit ademloos. Sneeuws mond viel open. "Ze s daar op patrouille!": zei Sneeuw angstig. Sprankelkit en Sneeuw renden naar de ingang van het kamp en liepen naar het ravijn. Ze zagen Jeneverbes, Renrijp, Mistpoot en Sneeuwblad staan. Ze waren er bijna toen Mistpoot uitgleed. Ze stonden net naast Jeneverbes en Renrijp toen ze nog net Mistpoots angstige ogen zagen. Ze hoorden een klap. Sprankelkit besefte dat haar vriendin dood is. Ze sprong naar beneden en de anderen volgden haar. Ze zag Mistpoot opstaan en kreeg hoop maar ze besefte dat Mistpoot dood was en dat ze Mistpoots geest zag wegtrippelen. Ze zou haar vriendin missen. Ze staarde verdrietig naar Mistpoot die wegtrippelde. Renrijp zakte ineen naast haar dochter en Jeneverbes deed hetzelfde. Sneeuwblad keek naar Sprankelkit. "Waarom zijn jullie hier?": vroeg hij. "Ik heb een teken van de Sterrenclan gehad dat Mistpoot in het ravijn zou vallen dus ben ik met Sneeuw naar hier gekomen maar we waren te laat.": piepte Sprankelkit droevig. Sneeuwblad trok Sprankelkit naar zich toe met zijn staart. Nu heb ik toch een deel van Dassenpels bij me, dacht Sneeuwblad. "Mistpoot!": riep Braampoot, het zusje van Mistpoot uit. "Nee!": schreeuwde ze bedroefd. Jeneverbes ging naar Braampoot en trok haar naar zich toe en troostte haar.

Ze kwamen het kamp binnen met het lichaam van Mistpoot. Muisster haastte zich naar hen toe. "Wat is er gebeurt?": vroeg ze bezorgd toen ze de vorm van Mistpoots lichaam zag, ze was misvormd door de val. "We waren aan het patrouilleren en toen gleed ze uit en viel in de kloof, we konden nog oogcontact maken...": zei Renrijp bedroefd. "En wat had jij daar te zoeken?": vroeg Muisster aan Sprankelkit. "Ik... ik kreeg een visioen van de Sterrenclan en zag dat Mistpoot in de kloof viel dus ging ik naar Sneeuw en we gingen naar de kloof maar we waren net te laat.": zei de kitten. Muisster mauwde: "We hebben een patrouille gestuurd om je te zoeken, je moeder is doodongerust. Maar ik begrijp het Sprankelkit, je deed het juiste en je zal niet gestraft worden want je wou je clangenootje redden." "Uilensap, ga Wezelstaart, Kiezelpels, Vosstaart, Dassenpels en Spikkelhart terughalen van hun patrouille en zeg wat Sprankelkit gedaan heeft!": zei Muisster. Hij knikte.

Hoofdstuk 10[]

"Sprankelkit!": riep Dassenpels blij. Ze begon haar dochter te likken. "Ik ben zo blij dat ik je niet kwijt ben!": riep haar moeder uit. Lijstervacht kwam tevoorschijn uit het medicijnhol. "Wat gebeurt er hier?": vroeg hij. "Je dochter was vermist!": riep Schaduwvacht. "Wat!?"; riep Lijstervacht. Sprankelkit keek ondeugend. "Precies haar vader.": snorde Dassenpels. De clan snorde. Sneeuwblad zat raar naar Lijstervacht te kijken. Lijstervacht ving een glimp van grijze vacht op. Mistpoot! "Wat is er met Mistpoot gebeurt?": vroeg hij aan Dassenpels. "Hoezo?": vroeg ze. Ze draaide zich om en zag de jonge poes dood op de openplek liggen. "Nee!": schreeuwde ze uit. Eendpels kwam tevoorschijn en ging naast Mistpoot liggen. Mistpoot en Eendpels waren beste vrienden. Eendpels was ook haar mentor. Op aanvraag van Eendpels. Muisster keek verdrietig. "Sterrenclan, verwelkom haar!": riep ze.

Hoofdstuk 11[]

"Woudclan aanvallen!": riep Muisster. Ze stonden tegenover de Waterclan. Weer was Schildpadster er niet. Ze vielen aan. De Zonneclan hielp hen ook. Wolkster riep tegen haar krijgers: "Aanvallen Zonneclan, help de Woudclan!" Ze vochten tegen de Waterclan. De Woudclan kreeg ook de steun van de Heideclan. Maar de verbannen Waterclankatten hadden steun van een groep zwerfkatten even groot als twee volledige clans. Plotseling dook Schildpadster op en haar clangenoten. De verbannen Waterclankrijgers keken blij omdat ze dachten dat Schildpadster met hen ging vechten en niet tegen hen. Maar ze hadden het fout en Schildpadster sprong op één van haar vorige clangenoten. Ze waren ongeveer met evenveel. Muisster vocht tegen een grote zwarte kater. Ze bewerkte zijn buik. Een andere kater riep: "Blijf van mijn broer Bink af!" Hij klopte Muisster van Bink af en sprong op Muisster. De kater stond over Muisster gebogen en keek haar in de ogen. Bink riep: "Komaan Vlek, maak haar af!" Bink werd aangevallen door Scheurblad. Ik woon aan de rand van je territorium, kom morgen naar daar ongeveer aan die dikke oude boom. Muisster keek stralend naar hem en fluisterde: "Ik zal komen Vlek..." Ze sprong op gooide Vlek weg en liet hem weglopen zodat hij niet vermoord zou worden door een clankat. Bink keek naar haar en siste: "Jij bent het dus, Vlek heeft je al vaak gezien en kan zijn mond niet open doen zonder het woord Muisster te zeggen. Hij keek naar haar. "Kwets hem niet!" Scheurblad keek naar haar en ze knipoogde naar Bink en ze sprong op hem. Hij had door wat haar plan was. Hij liet zich wegjagen en liep weg. Scheurblad knikte tevreden. "Goed gedaan!!": riep hij. Plotseling viel het gevecht stil. Er kwamen Geenvachten op de katten af. Sneeuwblad zat vast in een doornstruik. De geenharen liepen op hem af. Geen van de clankatten zag het in hun haast om weg te komen. Lijstervacht probeerde Sneeuwblad los te maken. Het lukte. Lijstervacht wilde achter Sneeuwblad terugrennen maar door zijn wond was hij trager. Hij werd gevangen door een geenvacht. Hij zag dat Muisster naar hem keek met verdriet in haar ogen, hij zag ook Sneeuwblad. Hij worstelde om los te geraken maar tevergeefs. Hij zou sowieso terugkomen. Hij zou er alles voor over hebben om bij Dassenpels te zijn. Zelfs zijn broer... al wist die zelf niet dat ik zijn broer ben en dat kan maar beter zo blijven. Hij werd in een kooi gestopt en daarna in een geenvachtnest gepropt.

Hoofdstuk 12[]

Muisster kwam thuis met haar katten. Dassenpels stond voor de kraamkamer en keek naar de krijgers die terugkeerden. "Waar is Lijstervacht?": vroeg ze aan Muisster. "Eh...": stotterde Muisster. "Hij is... hij is meegenomen door een geenvacht.": zei ze verdrietig. "Nee!": Dassenpels stem galmde over de openplek. Sprankelkit begon te piepen. Nu wist Dassenpels wat Spinstaart bedoeld had. Dassenpels rolde zich in het midden van de openplek op en Sprankelkit lag bij haar. Ze hoorde Muisster nog mauwen: "Hij heeft Sneeuwblad gered." Ze stond op een grote openplek. Ze zag Lijstervacht. "Ik kom terug...": mauwde hij. Ze zag Bladvacht. "Mijn zoon... Je moet verder met hem. Het is je lot. Lijstervacht komt waarschijnlijk niet meer terug. Je kan nu je lot kiezen. Met Sneeuwblad door het leven gaan of hem afwijzen en dan eindig je als poesiepoes en sterft Sprankelkit.": zei Bladvacht. Dassenpels wou alles doen om Sprankelkit te redden, Sprankelkit was het enige wat ze nog had van Lijstervacht. "Ik kies Sneeuwblad.": verzuchtte ze.

Hoofdstuk 13[]

"Daar zijn ze!": mauwde Sneeuw. De eerste kitten werd geboren; een katertje. De andere drie waren twee poesjes en nog een katertje. Sneeuwblad stormde de kraamkamer in en ging bij Dassenpels zitten. "Gefeliciteerd! Je bent vader van twee poesjes en twee katertjes! Verzin jij een naam voor een poesje en een naam voor een katertje.": mauwde Dassenpels tegen haar partner. Sprankelbloem begreep het dat ze voor hem moest gaan. Maar haar dochter had het te druk met Notenpels. Hij wou maar niet eten. Ze mauwde: "Onze kittens komen niet door niet te eten." "Ik weet het!": mauwde Notenpels. "Grijskit voor het grijze katertje en Kwikkit voor het witte poesje.": mauwde Sneeuwblad. "Ik heb er ook twee; IJzerkit, voor het lichtgrijze katertje en Ochtendkit, voor het lichtbruine poesje.": mauwde Dassenpels. Dassenpels miste Lijstervacht nog steeds. Hertenstrooms kittens waren nu allemaal krijgers. Notenpels, Bloesemklit, Kikkerklauw, Appelstaart en Grassevoet. De kittens van Mos en Renrijp zijn nu ook al krijgers; Braamstaart, Salievink, Vlierpels, Keivacht en Windklauw en van Mos: Vlinderbloesem, Reigersnuif, Briessnor en Kevervlucht. De clan heeft nu veel krijgers.

Muisster was op pad. Ze ging naar Vlek. Ze rook Vlek. Daar stond hij. De maan stond hoog en scheen op zijn vacht. Hij kwam met grote sprongen naar haar. Hij duwde zijn snuit tegen haar wang en begon te snorren. Muisster wist dat wat ze deed verkeert was. Maar ze houd van Vlek dus ze moet hier mee doorgaan. "Geen zorgen.": mauwde Vlek. Ze snorde. "Gaan we een wedstrijdje doen?": vroeg ze. "Wat dan?": vroeg Vlek.

Hoofdstuk 14[]

Sprankelbloem was gisteren bevallen van twee kittens: Fluisterkit en Blauwkit, twee poesjes. Vlinderbloesem en Hagelstorm hadden een maan geleden hun kits gekregen. Vlinderbloesem heeft twee poesjes en één katertje gekregen; Arend, Bruin- en Brokkelkit en Hagelstorm, vier katertjes en één poesje; Asse, Ceder, Gaai, Schroei- en Heidekit. Plotseling begon Blauwkit te hoesten. Sprankelbloem likte haar. Blauwkit voelde warm aan. Sneeuw kwam net binnen en vroeg: "Wat is er met Blauwkit?" "Ik denk dat ze Withoest heeft.": zei Sprankelbloem angstig. Sneeuw snuffelde aan Blauwkit. Ze pakte het poesje op en trippelde weg. Sprankelbloem keek vragend. Sneeuw kwam even later terug zonder Blauwkit. "Ze heeft geen withoest, maar groenhoest. Ze moet in het medicijnhol blijven."

Knorpoot zat te hoesten in het leerlingenhol, Jaagpoot begon ook al te hoesten. Sneeuw ging naar de katers. Ze duwde ze overeind en bracht ze naar het medicijnhol. Muisster was wakker geworden. "Hoe kan het dat ze ook groenhoest hebben?": vroeg ze. Knorpoot zei hees: "We hebben de kraamkamer verschoont." "Oh nee!": zei Muisster. "Waar hebben jullie het mos gedaan?": vroeg Sneeuw. "Dat weten we niet.": zei Jaagpoot. "Hoezo?": vroeg Muisster. "Jeneverbes heeft het mos voor ons weggebracht.": zei Knorpoot. Nog voor Sneeuw of Muisster kon reageren hoorden ze gehoest uit het krijgershol komen en daarna zagen ze Jeneverbes er hoestend uitkomen. "Leg je maar neer!": zei Muisster. Jeneverbes ging liggen. Muisster ging naar haar hol. Ze schrok van Ochtendkit die in haar hol zat. Dassenpels kwam aantrippelen en vroeg: "Weet jij niet waar Ochtendkit is?" Muisster wenkte haar en Dassenpels zag Ochtendkit. Ze schudde haar kop. Ze wenkte haar dochter. Ze keek naar Muisster en zei: "Gefeliciteerd, je krijgt kittens!" Muisster keek verbaast en besefte het nu ook. Ze raakte in paniek. Ze wist wie de vader was. Vlek!

Muisster was op weg naar Vlek. Ze rook dat Bink bij hem stond. Hij zag haar en hield op met praten. Hij knipperde. "Wat doe je hier, je hebt toch morgen pas afgesproken, straks ziet Amandel of nog erger Berk je nog.": mauwde Bink. Muisster wende zich tot Vlek en mauwde: "Je wordt vader!" Vlek en Bink hun monden vielen open. Plotseling klonk er geritsel. Een lichtbruine poes kwam tevoorschijn. Ze keek geschrokken en ging toen achter Bink staan. "Wie is dat?": mauwde ze. "Ik ben Muisster, leider van de Woudclan.": mauwde Muisster die haar gehoord had. "Wat doe je hier dan?": vroeg de poes. "Ik....": stotterde Muisster. "Zeg het maar tegen Amandel, je kan haar vertrouwen.": zei Vlek. Amandel keek geschrokken toen Vlek en Muisster hun staarten verwikkelden. "Ik verwacht kittens van Vlek.": gooide Muisster eruit. Amandel kwam tevoorschijn. Ze keek naar Muisster en knikte toen: "Het is waar." Muisster wou uitroepen: Natuurlijk is het waar. "Ik ben Amandel. Ik ben de partner van Bink. Ik begrijp het van jou en Vlek en ik zal het geheim bewaren maar de vraag is; Wat ga je nu doen, je bij ons aansluiten of gaan wij bij jou in de clan komen?": mauwde Amandel. Amandel had een punt. "Willen jullie bij mij komen?": mauwde Muisster. "Ik wil wel.": mauwde Amandel. "Ik weet een smoesje; Jullie zeggen dat jullie niet meer tegen de Woudclan willen vechten maar dat jullie je daarom bij de Woudclan aansluiten om niet meer tegen de Woudclan hoeven te vechten.": mauwde Muisster.

Hoofdstuk 15[]

Amandel knikte. "Het is jullie beslissing.": mauwde Muisster. Ze wees een kant aan. "Die kant is hier blijven en die kant is naar de clan.": mauwde Muisster. "Stemmen we?": vroeg Bink. "Nee.": antwoordde Muisster. "Wie wil blijven blijft en wie wil gaan gaat.": zei Muisster. Amandel stapte naar de gaan kant. Bink stapte ook naar de gaan kant. Vlek bleef in het midden staan en mauwde: "Ik wil bij jou zijn Muisster maar ik ga mijn familie en vrienden missen. Maar mijn liefde voor jou is groter.": zei hij. Hij stapte ook naar de gaan kant. "Kom mee!": riep Bink. Bink begon te stappen maar stopte daarna weer. "Eh... ik weet de weg niet.": zei hij. Amandel gaf hem een speelse duw. "Natuurlijk niet muizenbrein!.": zei Amandel. Muisster nam de leiding. Ze bespraken het plan. Muisster stapte het kamp in. Ze sloop naar haar hol. "Hallo!": riep Bink. Muisster kwam uit haar hol en deed alsof ze slaperig knipperde. De rest van de clan kwam ook kijken en Jeneverbes vroeg: "Wat doen jullie hier? Jullie weten dat jullie hier niet welkom zijn." Muisster wenkte om stilte. Amandel begon te spreken; "We kregen het moeilijk om tegen de Woudclan te vechten. We willen niet tegen jullie vechten maar met jullie." Muisster voelde dat Vlek naar haar keek. Sneeuwblad keek begrijpend naar haar maar ze wist niet waarom. Ze zei: "Jullie mogen proberen maar jullie krijgen een mentor en je zal behandelt worden als leerling." De zwerfkatten hielden hun aan hun belofte van het plan. Zo was het afgesproken.

Hoofdstuk 16[]

"Dat kan niet!": riep Sprankelbloem uit. "Blauwkit jaagt nu met de Sterrenclan.": mauwde Sneeuw bedroefd. Jeneverbes was weer beter geworden maar Knorpoot wou niet beter worden. Met Jaagpoot gaat het ook al beter. Jaagpoot kreunde. Sneeuw ging naar Jaagpoot. "Het is te laat.": mauwde ze toen ze bij Jaagpoot aankwam. Gaaikit kwam hoestend naar binnen. Hij heeft ook groenhoest. Sneeuw besnuffelde hem en keek geschrokken op. "Het is geen groenhoest, maar zwartbes. Zwartbes is een heel erge ziekte, stillaan verlies je je zicht, je gehoor en je reuk. En het is heel besmettelijk.": zei Sneeuw bang. Gaaikit keek om zich heen en riep: "Wat zei je? Ik hoor niks." "Oh nee!" "Voor hem is het te laat.": zei Sneeuw. Assekit, Brokkelkit en Madeliefsnuif kwamen binnenstrompelen. Assekit liep tegen Sprankelbloem en Brokkelkit vroeg: "Zijn je kruiden op?" "Nee.": zei Sneeuw. Ze onderzocht de katten. "Brokkelkit en Madeliefsnuif kunnen nog genezen worden. Voor Assekit is het ook al te laat. Hij en Gaaikit zijn hun zicht en hun gehoor al kwijt. Ik ga aan Hagelstorm en Reigersnuif vragen of ik ze zonder te veel te lijden naar de Sterrenclan mag laten gaan.": zei Sneeuw droevig. Ze ging bij Knorpoot ne bleef staan. "Hij is ook al dood!": jammerde ze. Ze ging bij Uilensap, Lynxbes, Hagelstorm en Reigersnuif en vertelde het hun. Uilensap rende naar het medicijnhol met de rest op zijn hielen. Ze voegden zich bij Sprankelbloem en Notenpels. Hagelstorm ging naar Gaaikit ne bleef staan en mauwde: "Eh Sneeuw, ik wil niet betweterig zijn maar Gaaikit is denk ik dood." Sneeuw holde naar haar toe. "Vier!" "Alleen Assek..." Ze onderbrak zichzelf toen ze zag dat Assekit ook dood was. Sneeuw was woedend. Ze stapte naar Muisster. "Vijf katten Muisster, vijf! Blauwkit, Assekit, Gaaikit, Knorpoot en Jaagpoot!": snauwde Sneeuw. "En Brokkelkit en Madeliefsnuif zijn ook ziek."

Advertisement